Het juiste drankje

Een regel zegt: lichte dranken tot licht vlees, donkere dranken tot donker vlees, lichte dranken tot licht voedsel en zware dranken tot zwaar voedsel. En ook: eerst witte, dan rosé of rode wijnen.

De regels zijn nu echter een beetje ontspannen, dus kunnen worden geserveerd aan vlees en gevogelte een vrij lichte rode wijn en een scherpe witte wijn aan rundvlees.

Om je te verwelkomen voor een maaltijd, een glas sherry, een vermout of zelfs een, misschien zelfs zelfgemaakt, cocktailaanbod.


Met een aperitiefwijn of een glas champagne kan de tijd tot het diner plechtig worden overbrugd. Kostbare wijnen zoals Spätlesen, Beerenauslese en Eiswein worden het best geserveerd na de maaltijd, omdat ze naar hun eigen smaak worden gebracht.

Bewaar- en drinktemperatuur:

Voor veel dranken moet rekening worden gehouden met het verschil tussen bewaring en drinktemperatuur. Rode wijn smaakt het beste bij 16-19 ° C, dus bij kamertemperatuur.

Witte wijnen smaken het beste, afhankelijk van de variëteit bij keldertemperatuur, sprankelende jonge wijnen en roséwijnen moeten een tijdje in de koelkast worden gekoeld.

Voor champagne en champagne zijn 8-10 ° C correct, bier en schnaps worden geserveerd op 6-8 ° C. Cognac heeft echter warmte nodig om zijn volledige aroma te ontwikkelen.

Een platte buik met deze drie heerlijke drankjes! | Mei 2024